Dennis van Zanten (VRGZ) over leiderschap en wendbaarheid

“De echte beweging begint pas als je durft te vertragen”


Dennis van Zanten over leiderschap, vertrouwen en de kracht van diepgaande ontwikkeling bij VRGZ
7 mei 2025

Dennis van Zanten, tot voor kort directielid binnen de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), blikt terug op een periode van intensieve ontwikkeling binnen de organisatie. In een uitgebreid gesprek reflecteert hij op leiderschap, organisatieverandering en de samenwerking met Developland. Een gesprek vol scherpe inzichten, eerlijke ervaringen en een helder pleidooi voor menselijkheid in tijden van beweging.

Wendbaarheid als werkwoord
Organisaties veranderen continu, stelt Van Zanten. En wie dat als leider niet onder ogen ziet, raakt achterop. “Vroeger reorganiseerden we eens in de vijf jaar. Vaak hadden de aanleidingen om in actie te komen zich al flink opgestapeld en was de impact groot. Nu vraagt de context om bijsturing op veel kortere termijn. Niet omdat het helemaal mis is, maar omdat de wereld snel verandert. Daar moet je in mee.”
Dat bijsturen vraagt volgens hem niet alleen iets van structuren, maar vooral van de mensen. “Je moet jezelf als leider met regelmaat afvragen: past deze rol nog bij mij? Draagt mijn manier van werken bij aan wat nu nodig is in de organisatie, los van mij als persoon? En kun je dat bespreken zonder dat mensen zich afgewezen voelen?”
De werkelijke verandering gebeurt in de tussenruimte, tussen A en B. Het goed inrichten van de transitie is belangrijk om deze te laten slagen.

Leiderschap begint bij reflectie
Van Zanten deelt ook zijn eigen leerweg. “Ik heb een periode gehad waarin ik in een overlevingsstand stond. Druk, veel verantwoordelijkheden, weinig ruimte. Dat is niet goed – niet voor jezelf, en niet voor de organisatie. Mensen voelen dat. Ze durven je niet meer te storen, gaan om je heen organiseren. En je verliest het zicht op wat er echt speelt.”
De dialoog stimuleren is belangrijk. Wat volgens hem daarbij helpt, is vertragen. “Pas als je uit de drukte en de waan van de dag stapt, kun je reflecteren. ‘Waar voeg ik waarde toe? Ben ik beschikbaar? Waar loop ik mezelf voorbij?’ Dat zijn de soort vragen die leiders dagelijks aan zichzelf zouden moeten stellen.”

Ontwikkelen in lagen – met tijd, aandacht en lef
Die ruimte om te vertragen vond hij terug in het traject met Developland. “Ik was in het begin sceptisch. Driedaagse sessies? Moet dat echt? Maar juist het bewust nemen van tijd is wat het verschil maakt. Je komt tot rust, hoort elkaars (levens)verhalen, ziet de mens achter de functie. Dan ontstaat er iets echts.”
Wat hij waardeerde aan de aanpak van Developland is de gelaagdheid. “Het hele palet kwam langs: van individuele gesprekken tot teamdagen. Van VerticalQ talenten tot groepsreflectie. En dat werkte. Omdat het op meerdere niveaus tegelijk aanzet. Bovendien doet het ook recht aan de complexiteit waarin we werken.”
“Zo’n aanpak vraagt ook vertrouwen en loslaten vanuit ons. Als management kan je de neiging hebben te willen controleren. Gaat het wel de goede kant op. Juist in zo’n transitie is het belangrijk dat we zelf ook meedoen. Tegelijk te helpen waar nodig en het te laten gebeuren waar het kan. Binnen gezonde kaders, uiteraard.”

Een beweging, geen project
Van Zanten benadrukt dat het bij VRGZ juist niet ging om een ‘los programma’. “We wilden bewust geen klassieke heidagen meer, waar maandag alles weer is zoals het was. We wilden een echte transitie in gang zetten. En daarvoor hadden we een partner nodig die met ons mee kon bewegen, maar ook weer los kan laten.” Dat invoegen én uitvoegen is volgens hem een kunst op zich. “Je moet kunnen bijdragen zonder over te nemen. Het juiste tempo volgen en weten wanneer je terugstapt. Developland doet dat goed.”

Echte gesprekken, ook als het schuurt
Kijkend naar het traject zijn er vanzelfsprekend ook aandachtspunten. Het tempo lag op sommige momenten behoorlijk hoog. Meer adempauze was prettig geweest. Van Zanten benoemt ook open dat de aansluiting met het trainers-team op een moment niet meer optimaal was. “We hebben dat benoemd. En wat ik knap vond: er werd niet verdedigd, maar geluisterd. Dat soort reflectievermogen is wat we ook van onze eigen mensen vragen. Dus het is belangrijk dat een begeleidende partij dat ook zelf laat zien.”
Hij spreekt waardering uit voor de toon, de scherpte en het respect in de interventies. “Als je kiest voor deze aanpak, werk je op dun ijs. Je moet weten waar je wel en niet ingrijpt. En dat vraagt vakmanschap. Daarin onderscheiden jullie je.”

Vertrouwen vraagt tijd
Een terugkerend thema in het gesprek is het belang van tijd. “Vertrouwen ontstaat niet in een sessie van twee uur. Daarvoor moet je door ongemak heen. Je moet elkaar leren kennen, begrijpen waarom iemand doet zoals hij doet. En pas daarna kun je bouwen aan samenwerking.”
Volgens Van Zanten is dat precies wat de aanpak van Developland mogelijk maakte. “Doordat we vertraagden, ontstond er ruimte. Voor verhalen, voor reflectie, voor het echte gesprek. Kortom voor de mens. En juist daardoor zie je nu in de teams andere gesprekken ontstaan.” Dat proces en die opbrengst gunt hij iedereen, ook andere organisaties.

Naar een gedeelde blauwdruk
Als het gaat over verankering op termijn gaat Developland ook weer uitvoegen, helpt het beeld van de ritssluiting. “We zijn ‘mens en structuur’ met elkaar aan het verbinden zodat wat we bereikt hebben, stevig vast blijft zitten in onze manier van werken.”  

Hij spreekt over een gedeelde blauwdruk. Niet alleen in tools en documenten, maar vooral in gedrag en cultuur. “Nieuwe mensen moeten hier binnenkomen en denken: zo doen ze dat hier. Dat vraagt aandacht voor onboarding, voorbeeldgedrag, taal, rituelen. En dat is werk in uitvoering.”

“We hebben geen project gedaan. We hebben een beweging in gang gezet. En die gaat verder dan wijzelf. Dat maakt het krachtig.”

Tot slot – wat wil je andere leiders of organisaties meegeven?
“Gun jezelf het ongemak. Ontwikkeling is niet iets dat je inplant en afvinkt. Het is iets dat je doorleeft. En als je het goed doet, dan zie je wat het je oplevert: menselijkheid, helderheid, verbinding, energie. Dan krijg je een organisatie die niet alleen weet wat ze doet, maar ook waarom.”